Schematisch overzicht van decubitus stadia
0 = normale huid
1 = graad 1
2 = graad 2
3 = graad 3
4 = graad 4
1
2
3
4
0
Algemeen
Bij de behandeling van decubitus blijft de inzet van preventieve maatregelen noodzakelijk. Bepaal aan de hand van een anamnese de benodigde behandelinterventies en stel een plan op. Leg afspraken, observaties en bevindingen altijd vast in het dossier. Houd bij de inzet van behandelmaatregelen rekening met de functionele mogelijkheden, wensen en comfort van de zorgvrager.
Anamnese
Neem een volledige anamnese (inclusief voedingsscreening en pijnbeoordeling), af en herhaal deze als binnen twee weken geen verbetering van de wond optreedt.
Onderzoek
Classificeer de decubitus.
Beoordeel bij decubitus met een intacte huid: temperatuur, kleur, consistentie en pijn en maak gebruik van palpatie.
Rapporteer volgens WCS methode op kleur rood-
Pijn
Zorg voor adequate pijnstilling. Behandel chronische pijn a.d.h.v. de WHO Pijnladder.
Vraag tijdens de wondverzorging regelmatig of het nodig is even te stoppen.
Behandel de wond voorzichtig, spoel de wond i.p.v. te wrijven en bescherm omliggende huid.
Decubitus onderzoek en behandeling
GRAAD 1: niet-
Intacte huid met niet-
GRAAD 3: verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar)
Verlies van de volledige huidlaag. Subcutaan vet kan zichtbaar zijn, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot. Wondbeslag kan aanwezig zijn. Ondermijning of tunneling kunnen aanwezig zijn.
GRAAD 2: verlies van een deel van de huidlaag of blaar
Gedeeltelijk verlies van een laag van de lederhuid (dermis) waardoor een oppervlakkige open wond zichtbaar wordt met een rood, roze wondbodem, zonder wondbeslag. Kan er ook uitzien als een intacte of open/gescheurde, met vocht gevulde of met serum en bloed gevulde blaar.
GRAAD 4: verlies van een volledige weefsellaag (spier/bot zichtbaar)
Verlies van een volledige weefsellaag met blootliggend bot, pezen of spieren. Een vervloeid wondbeslag of necrotische korst kan aanwezig zijn. Meestal is er sprake van ondermijning of tunneling.
Decubitus indeling gradatie
Verdere beschrijving:
Het gebied kan pijnlijk, stijf, zacht, warmer of kouder zijn in vergelijking met aangrenzend weefsel. Categorie 1 kan moeilijk te ontdekken zijn bij personen met een donker gekleurde huid. Dit kan betekenen dat dit personen zijn ‘die risico lopen’.
Verdere beschrijving:
Ziet er uit als een glimmende of droge oppervlakkige wond zonder wondbeslag of kneuzing. Deze categorie moet niet gebruikt worden om skin tears, kleefpleisterletsel, incontinentie gerelateerde dermatitis (‘Incontinence Associated Dermatitis’ of IAD), maceratie of schaafwonden te beschrijven.
Verdere beschrijving:
De diepte van de categorie 3 decubitus varieert per anatomische locatie. De neusbrug, het oor, het achterhoofd en de enkel hebben geen subcutaan (vet)weefsel en categorie 3 decubitus kan daarom oppervlakkig zijn. Daar tegenover staat dat gebieden met een grote hoeveelheid vet extreem diepe categorie 3 decubitus kunnen ontwikkelen. Bot en pezen zijn niet zichtbaar of direct voelbaar.
Verdere beschrijving:
De diepte van de categorie 4 decubitus varieert per anatomische locatie. De neusbrug, het oor, het achterhoofd en enkel hebben geen subcutaan (vet)weefsel en deze decubitus kan oppervlakkig zijn. Categorie 4 decubitus kan zich uitbreiden in de spieren en/of ondersteunende structuren (bijv.fascia, pezen of gewrichtskapsel) waardoor gemakkelijk osteomyelitis of osteitis ontstaat. Blootliggend bot/spierweefsel is zichtbaar.
Decubitus
Naslagwerk en bronvermelding:
NHG standaard -
Overzicht wondbehandeling producten -
Huidziekten.nl -
pagina 229
index | huid/wond | behandeling | dermatologie voorbeelden | bacteriële huidinfecties | dermatomycose | eczeem, urticaria, bulleus pemfigoïd en psoriasis | jeuk | eeltvorming |
hemorroïden (digestivus) | huidverzorging | wondzorg | brandwonden | decubitus | phimosis | lichen sclerosus
→
Versie 12-
Archipel formularium
w