Maligne antipsychoticasyndroom (MAS)
Het maligne antipsychoticasyndroom (MAS), voorheen maligne neurolepticasyndroom genaamd, is een zeldzame maar levensbedreigende bijwerking van gebruik van medicijnen die de dopaminetransmissie veranderen. Het maligne antipsychoticasyndroom kan een heterogene presentatie hebben. De 3 karakteristieke symptomen zijn:
- hyperthermie;
- spierrigiditeit;
- een gestoord bewustzijn (van agitatie tot stupor of coma).
Bijkomende symptomen zijn onder andere tachycardie, wisselende bloeddruk, tachypnoe, slikproblemen, dysartrie, tremor, incontinentie, mutisme, zweten, leukocytose, metabole acidose en verhoogde spiegels van creatinekinase (CK > 1000 U/l). Het syndroom treedt meestal uren tot dagen na starten of dosisverandering van antipsychotica op, maar kan ook ontstaan tijdens langdurig gebruik van antipsychotica; bij gebruik van een ander type dopamineantagonisten (domperidon en metoclopramide) of baclofen; of het plotseling staken van dopamineagonisten (zoals L-dopa, amantadine en bromocriptine). Het maligne antipsychoticasyndroom is een diagnose die wordt gesteld per exclusionem, zie differentiaaldiagnose op website “Acute psychiatrie” (acutepsychiatrie.com).
Bron: Acute psychiatrie - Maligne antipsychoticasyndroom (MAS), zie dit artikel voor uitgebreide informatie.
Naslagwerk en bronvermelding: