2,5 mg / spray. Bij insult 1 spray in beide neusgaten (dus 5 mg). Let op; dit is een zeer kostbaar middel, dus alleen voorschrijven als patiënten bijvoorbeeld buiten het verpleeghuis veel wandelen onder begeleiding en een groot risico hebben op een ernstig insult. Midazolam; T max is = ½ -1½ uur, T½ is voor jong volwassen 1½ tot 2½ uur.
10 mg, zn 2e rectiole extra, max 30 mg dd. Diazepam; T max is = ½ -1½ uur, T½ is voor jong volwassen 20 tot 42 uur.
5-10 mg in de wangzak druppelen. Mag ook subcutaan of intamusculair gebruik 10 mg gebruiken vanwege 50% first pass effect. Midazolam; T max is = ½ - 1½ uur, T½ is voor jong volwassen 1½ tot 2½ uur.
Aanvalsbehandeling epilepsie
Suzanne Arts en Kirsten Hillen FTO 10-2021
Epilepsie = verzamelnaam voor aandoeningen waarbij herhaaldelijk een insult optreedt door veranderingen in de elektrische activiteit in de hersenen, gedefinieerd door één van de volgende condities:
- Minstens 2 ongeprovoceerde (zonder voorafgaande prikkel) insulten of reflexinsulten (opgewekt door externe prikkel) met minstens 24 uur tussen de aanvallen.
- 1 ongeprovoceerd insult of reflexinsult met een groot herhalingsrisico.
- Epilepsiesyndroom.
Epileptische aanval = abnormale ontlading in hersenen die tijdelijk de normale hersenfunctie onderbreekt.
Onderverdeling:
- Focale epilepsie (=lokalisatie-gebonden of voorheen partiële epilepsie)
- Gegeneraliseerde epilepsie
- Onbekend
- Speciale epilepsiesyndromen
Onderscheid tussen syncope en een epileptisch insult |
|
Syncope
|
Epileptische insult
|
Aanleiding
|
Aanleiding (lang staan, emotie)
|
Geen aanleiding
|
Begin
|
Begint met zweten, misselijkheid
|
Soms gastric rising sensation, deja vu gevoel
|
Gelaatskleur
|
Bleke kleur
|
Blauwe kleur
|
Duur trekkingen
|
Kortdurende trekkingen
|
Langdurende trekkingen
|
Bewustzijnsverlies
|
Bewusteloosheid kortdurend
|
Bewusteloosheid langerdurend
|
Symptomen na afloop
|
Nadien direct alert
|
Nadien vaak verward
|
Tongbeet
|
Geen tongbeet
|
Tongbeet (lateraal)
|
Hooft / ogen
|
|
Wegdraaien van hoofd en ogen
|
- automatisme
- atoon
- clonisch
- epileptisch spasmen
- hyperkinetisch
- myoclonisch
- tonisch
Intacte
Gewaarwording (1)
Verminderde
Gewaarwording (1)
- autonoom
- gedragsonderbreking
- cognitief
- emotionel
- sensorisch
Focaal naar bilateraal
tonisch-clonisch
- tonisch-clonisch
- clonisch
- tonisch
- myoclonisch
- myoclonisch-tonisch-clonisch
- myoclonisch-atoon
- atoon
- epileptisch spasmen
- typisch
- atypisch
- myoclonisch
- ooglidmyoclonieen
ILAE 2017 Classificatie van aanvalstypen epilepsie (uitgebreide versie)
- tonisch-clonisch
- epileptisch spasmen
Niet te classificeren (2)
(1) gewaarwording: besef van zichzelf en de omgeving.
(2) Door onvoldoende informatie of anderszins niet mogelijk om in andere categorieën te plaatsten.
Onderhoudsbehandeling epilepsie 1e keus
Over het algemeen zullen patiënten die aan epilepsie lijden door de neuroloog op een therapie ingesteld worden. Zie ook NVN Richtlijnen. De afspraak is ook dat wij als artsen niet zonder consult van een neuroloog voorschrijven.
Carbamazepine, valproïnezuur en lamotrigine behoeven standaard geen periodieke spiegel bij een goed ingestelde patiënt, de dosering kan op geleide van effect en bijwerkingen ingesteld worden. Controles bijvoorbeeld wel doen bij:
- Onverklaarbaar effect bij ogenschijnlijk goed gedoseerd anti-epilepticum.
- Verandering in metabolisme door bijvoorbeeld introductie van een interactie.
- Ruimte voor dosisverhoging bij klachten en adequate dosering.
Start met 2 dd 250 mg, na 2 weken verhogen tot therapeutische dosering van 2 dd 500 mg; indien nodig iedere 2 weken met 2 dd 250 mg verhogen tot maximaal 2 dd 1500 mg.
Clcr 50–79 ml/min: 2 dd 500-1000 mg,
Clcr 30–49 ml/min: 2 dd 250-750 mg,
Clcr < 30 ml/min: 2 dd 250-500 mg.
Bij ernstige leverfunctiestoornis in combinatie met een creatinineklaring < 60 ml/min: onderhoudsdosering halveren.
Dosering retard start 2dd 100-200 mg, geleidelijk verhogen tot gewoonlijk 2dd 400 mg (max. 1200 mg). Preparaat zonder gereguleerde afgifte; doseerinterval aanpassen. Controleer regelmatig bloedbeeld, leverfunctie en Na-concentratie. Zie lab onderzoek (604). Zie ook reden van voorschrijven melden op recept (552).
Dosering 10-20 mg/kg in 2 doses, wekelijks verhogen met 5-10 mg/kg tot het gewenste therapeutische effect.
Start dosis 300 mg 2dd, onderhoudsdosering tenminste 500 mg 2dd op geleide van bijwerkingen.
De maximale dosering kan tussen verschillende patiënten variëren. Zie lab onderzoek (627).
Dosering + opmerkingen alleen in overleg met neuroloog starten
begindosering 25 mg 1×/dag gedurende 2 weken, daarna 50 mg 1×/dag gedurende 2 weken. Verder per 1–2 weken met max. 50-100 mg verhogen tot een onderhoudsdosering van 100-200 mg per dag in 1 of 2 giften, zo nodig tot 500 mg per dag.
Bij matige leverinsufficiëntie (Child-Pugh graad B) de start-, titreer- en onderhoudsdoseringen met de helft verlagen; bij ernstige leverinsufficiëntie (Child-Pugh graad C) met 75%.
Bij een verminderde nierfunctie kunnen lagere onderhoudsdoseringen effectief zijn.
Levercirrose indeling volgens Child-Pughscore: zie Wikipedia.
1e keus: Levetiracetam en lamotrigine 1e keus, één ‘middel proberen, dan overstappen op een ander 1e keus middel. (eerst mono therapie proberen; dan combinatie therapie). Bij onvoldoende effect (er treden nog steeds aanvallen op maar verder ophogen van de dosering is niet meer mogelijk omdat de bijwerkingen de kwaliteit van leven verstoren) wordt overgestapt naar een ander middel van eerste keus of naar een middel van tweede keus via het 'add on' principe: het middel wordt toegevoegd. Bij een gunstig effect van een tweede anti-epilepticum wordt het eerste middel in principe gestaakt.
2e keus: Valproïnezuur.
3e keus: Carbamazepine.
Naslagwerk en bronvermelding:
Onderhoudsbehandeling epilepsie 2e keus
Dosering + opmerkingen alleen in overleg met neuroloog starten
Onderhoudsbehandeling epilepsie 3e keus
Dosering + opmerkingen alleen in overleg met neuroloog starten