Incontinentie (urge) en overactieve blaassyndroom:
Therapie:
- Bekkenbodemfysiotherapie.
- Opvangmaterialen (met preventie vochtletsel).
- Adviezen mbt mictie frequentie en uitstellen van mictie.
- Overweeg het geven van een anticholinergicum gedurende 6 weken bij urge incontinentie of overactieve blaassyndroom indien de bovenstaande adviezen onvoldoende effect hebben gehad. Indien geen effect van medicatie merkbaar dan stoppen.
- Na 3 - 6 maanden behandeling proberen te stoppen. Indien klachten recidiveren kan nogmaals 3 - 6 maanden behandeld worden.
- Anticholinergica geven een verhoogd risico op verwardheid boven de 65 jaar.
- Contra-indicaties zijn eerdere urineretentie, ernstige colitis ulcerosa, myasthenia gravis en nauwekamerhoekglaucoom.
1x dd 4mg. Minder geschikt bij cognitieve stoornis of dementie. Zie ook STOPP criteria (130).
1x dd 5mg. Minder geschikt bij cognitieve stoornis of dementie. Zie ook STOPP criteria (130).
FTO Fiona Koops en Léontine Bollen 03-2020
- Het niet meer spontaan kunt legen van de blaas door te plassen = retentie.
- Als men blaas niet meer volledig kan legen = residu.
- Een urineweginfectie is de verzamelnaam voor alle infecties die betrekking hebben op de urinewegen: nier, nierkelk, urineleider, blaas en urinebuis.
Naslagwerk en bronvermelding:
Is nycturie de voornaamste klacht:
Overweeg bij nachtelijke overproductie van urine (wanneer dat blijkt uit het plasdagboek) om de vochtinname in de avond te beperken.
Urologische spasmolytica/anticholinergica: oxybuninine, solifenacine, tolterodine:
Blokkade muscarine receptoren in de blaas → ontspanning gladde spierweefsel.
Bij voorkeur niet aan ouderen geven (kan o.a. toename dementie, verwardheid, hallucinaties en desoriëntatie geven)!
Bij CAD : veel lekkage langs katheter, bij spasmen → evt. zo nodig geven bij deze klachten!