Lage luchtweginfecties (pneumonie)
Onder een lage luchtweginfectie vallen in deze richtlijn alle infecties van de luchtwegen onder het niveau van de stembanden, zoals tracheïtis, acute bronchitis en pneumonie.
Een ernstige luchtweginfectie wordt in deze richtlijn gedefinieerd als een (vermoedelijke) pneumonie of een lage luchtweginfectie met kans op een gecompliceerd beloop, zoals een langdurig beloop, ziekenhuisopname of overlijden.
Zie voor het bepalen of er gestart moet worden met antibiotica bij hoesten als hoofdklacht het stroomdiagram “acuut hoesten” en bij koorts en/of delier als hoofdklacht het stroomdiagram “koorts en/of delier”.
FTO Valentina Baránova 01-
Bron: Verenso -
Stroomdiagram lage luchtweg infecties (pneumonie) ingangsklacht “acuut hoesten”
Tachycardie ≥ 100bpm
SBD ≤ 90 mmHg,
Hypotensie =
DBD ≤ 60 mmHg
Koorts ≥ 38,0°C
Tachypnoe ≥ 25ah/min
Bron: Verenso -
Deze Verenso richtlijn is bedoeld voor oudere patiënten in verpleeghuizen.
(*) Geen duur van klachten toegevoegd, zoals in NHG standaard omdat kwetsbare ouderen eerder gezien (dienen te) worden.
(**) Klinische indruk arts, rekening houdend met ernst ziekte verschijnselen, waaronder dyspnoe, tachicardie, hypotensie en lage saturatie.
(+) Klinisch oordeel arts doorslaggevend. (als een patiënt kort na het ontstaan van de ziekte verschijnselen wordt gezien (<3 dagen) kan het CRP nog stijgende zijn.)
(#) Waarschijnlijkheidsdiagnose “lage luchtweginfecties” alleen gerechtvaardigd, indien er sterke verdenking is op infectieuze oorzaak en geen ander focus gevonden kan worden.
acuut hoesten (*)
CRP meten
Expectatief, actief vervolgen, z.n.
revisie (+)
Geen LLWI,
andere diagnose
Ernstig zieke
Patiënt (**)
Systemische verschijnselen: koorts,tachycardie, hypotensie, delier
Nieuwe, eenzijdige ausculatoire afwijkingen
Start AB, maar sluit andere oorzaken uit, in het bijzonder bij afwezigheid van koorts (#)
Luchtweggerelateerde verschijnselen: tachypnoe, dyspnoe
Ja
Ja
>60
Nee
<20
20-
Nee
Start antibiotica
Matig zieke
Patiënt (**)
Nieuwe, eenzijdige ausculatoire afwijkingen
Stroomdiagram lage luchtweg infecties (pneumonie) ingangsklacht “koorts en/of delier”
Deze Verenso richtlijn is bedoeld voor oudere patiënten in verpleeghuizen.
(*) Geen duur van klachten toegevoegd, zoals in NHG standaard omdat kwetsbare ouderen eerder gezien (dienen te) worden.
(**) Klinische indruk arts, rekening houdend met ernst ziekte verschijnselen, waaronder dyspnoe, tachicardie, hypotensie en lage saturatie.
(+) Klinisch oordeel arts doorslaggevend. (als een patiënt kort na het ontstaan van de ziekte verschijnselen wordt gezien (<3 dagen) kan het CRP nog stijgende zijn.)
(#) Waarschijnlijkheidsdiagnose “lage luchtweginfecties” alleen gerechtvaardigd, indien er sterke verdenking is op infectieuze oorzaak en geen ander focus gevonden kan worden.
koorts en/of
delier (*)
Matig zieke
patiënt (**)
Ja
Nee
<20
>60
20-
Tachycardie ≥ 100bpm
SBD ≤ 90 mmHg,
DBD ≤ 60 mmHg
Koorts ≥ 38,0°C
Tachypnoe ≥ 25ah/min
Hypotensie =
Tachypneu
Ja
Nee
Nee
Nee
Ja
Nee
Ja
Nieuwe, eenzijdige ausculatoire afwijkingen
Bron: Verenso -
Nieuwe, eenzijdige ausculatoire afwijkingen
Start AB, maar sluit
andere oorzaken uit,
in het bijzonder bij afwezigheid van
koorts (#)
Expectatief, actief vervolgen, z.n.
revisie (+)
Geen LLWI, andere
diagnose
Start antibiotica
Start AB, maar sluit
andere oorzaken uit,
in het bijzonder bij afwezigheid van
koorts (#)
CRP meten
Ernstig zieke
patiënt (**)
Tachypneu
Nieuwe, eenzijdige ausculatoire afwijkingen
Ja
Achtergrond informatie lage luchtweginfecties (pneumonie)
Statistiek
Diagnostiek bij een pneumonie
Alarmsymptomen bij ouderen:
Waarschijnlijkheidsdiagnose pneumonie:
patiënten met acuut hoesten én:
Andere risicofactoren voor een gecompliceerd beloop:
Bron: NHG standaard -
Verenso -
Medicamenteuze behandeling lage luchtweginfecties (pneumonie) volgens het formularium
3 dd 625 mg tab. of 3 dd 10 ml susp. 250/62,5 mg / 5 ml (100 ml flacon) als moet worden gemalen, gedurende 5 dagen. Bij traag herstel; 7 dagen behandeling. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
1e keuze bij pneumonie (met onbekende verwekker):
w
Voeg ciprofloxacine toe 2 dd 500 mg per os gedurende 7 dagen of overweeg in te sturen naar het ziekenhuis. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
Bij onvoldoende verbetering van pneumonie na 48 uur toevoegen:
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
Aspiratiepneumonie:
Indien orale intake niet mogelijk is 1 dd 1000 mg i.m. gedurende 5 dagen, LET OP! Altijd oplossen in 3,5ml lidocaïne 1%, zodat een totaal oplossing van 3,8 ml wordt verkregen. Zonder lidocaïne is dit zeer pijnlijk. Diep intra-
Indien mogelijk, switch dan naar oraal; amoxicilline+calvulaanzuur.
2 dd 960 mg per os, gedurende 7 dagen. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
2e keuze bij pneumonie (met onbekende verwekker):
3 dd 625 mg tab. of 3 dd 10 ml susp. 250/62,5 mg / 5 ml (100 ml flacon) als moet worden gemalen, gedurende 7 dagen. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.
Indien orale intake niet mogelijk is 1 dd 1000 mg i.m. gedurende 5 dagen, LET OP! altijd oplossen in 3,5 ml lidocaïne 1%, zodat een totaal oplossing van 3,8 ml wordt verkregen. Zonder lidocaïne is dit zeer pijnlijk. Diep intra-
Indien mogelijk, switch dan naar oraal; amoxicilline+calvulaanzuur.
3 dd 600 mg per os gedurende 7 dagen. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
Bij onvoldoende verbetering van een aspiratiepneumonie na 48 uur toevoegen:
Ondersteunende maatregelen bij lage luchtweginfecties
Starten met 6x daags 2,5-
Denk aan toevoegen Movicolon of lactulose!
5 mg 2 dd (langwerkend). Bij nierfunctiestoornis kan actieve metaboliet stapelen. Denk aan toevoegen Movicolon of lactulose!
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
Gevoel van benauwdheid behandelen:
5 mg tot 6x daags (kortwerkend). Bij nierfunctiestoornis kan actieve metaboliet stapelen. Denk aan toevoegen Movicolon of lactulose!
Zie ook voor de ondersteunende maatregelen bij de meest voorkomende symptomen van lage luchtweginfectie bij kwetsbare ouderen (kortademigheid, hoesten, droge mond, verminderde intake van vocht en voeding, pijn, uitdroging, obstipatie, delier, en koorts) FTO’s Archipel en de richtlijnen van Pallialine. Voor pijn wordt tevens verwezen naar de Verenso-
Bron: Verenso -
w
w
w
w
w
w
LET OP! 2) Bij het geven van een kleine dosis morfine 5mg (=0,5ml) via een venflon naaldje, blijft een substantiële hoeveelheid achter in de ruimte van de venflonnaald. Van de 0,5ml blijft (alleen) bij de eerste gift 0,22 ml in de venflon achter en komt dus maar 0,38ml (=3,8mg) subcutaan. Dit is op te lossen door eerste gift altijd hoger te doseren (bijvoorbeeld 10mg = 1ml) er komt dan 0,78ml (=7,8mg) subcutaan.
LET OP! 1) Altijd voorschrijven in milliliters in Medimo! Zie hier de afspraken die we gemaakt hebben in de vakgroep (800).
1-
1 dd 1-
Geneesmiddelnaam
Dosering + opmerkingen
Toevoegen bij opiaten om obstipatie te voorkomen
Zuurstof therapie:
Onderzoek laat zien dat het gebruik van oraal of parenteraal morfine en codeïne een effect heeft op dyspnoe. Naar het effect van andere opioïden, zoals fentanyl, oxycodon en hydromorfon, is te weinig onderzoek verricht. Er kunnen geen uitspraken gedaan worden over de effectiviteit. Verneveling van morfine of furosemide is niet effectief.
Met morfine kan gestart worden wanneer luchtwegmedicatie (zoals luchtwegverwijders en corticosteroïden voorgeschreven in adequate doseringen) geen verlichting van de kortademigheid meer geeft en zo mogelijk comorbiditeit (bijv. hartfalen) als oorzaak van de kortademigheid is uitgesloten en/of behandeld.
De luchtwegmedicatie wordt daarbij gecontinueerd. Proportioneel toegediende opioïden geven geen versnelling van het overlijden bij mensen met ernstig COPD! Terughoudendheid bij het starten van morfine is dan ook niet nodig en leidt enkel tot een sterke verslechtering van de kwaliteit van leven door de ervaren ernstige kortademigheid. Er dient gelet te worden op eventuele bijwerkingen en deze behoren adequaat behandeld te worden.
Naslagwerk en bronvermelding:
Formularium -
Formularium -
Ephor / Expertisecentrum PHarmacotherapie bij OudeRen -
Bron: Oncoline (onder het hoofdstuk dyspneu)
Verenso -
NHG standaard -
NHG standaard -
NHG standaard -
Als COPD-
w
w
Achtergrond informatie morfinegebruik bij dyspneu:
w
w
w
2020-
pagina 073
index | tr.respiratorius | astma | COPD | exacerbatie COPD | lage luchtweginfecties (pneumonie) | COVID-