stappenplan exacerbatie COPD
Bij een FEV1 ≥ 50%, geen antibioticum geïndiceerd behalve bij:
Klinische infectie verschijnselen (temperatuur >38°C, algemeen ziek zijn) in combinatie met onvoldoende verbetering na 2-4 dagen; bij twijfel een CRP laten prikken (CRP< 20 geen indicatie, CRP 20-100 afhankelijk van het klinisch beeld, CRP >100 wel een indicatie).
Bij een FEV1 30-50%, antibioticum geïndiceerd bij klinische infectie verschijnselen (temperatuur >38°C, algemeen ziek zijn); CRP prikken is niet geïndiceerd.
Controleer of er een indicatie is voor antibiotica.
Bij een FEV1 <30%, antibioticum geïndiceerd (onfhankelijk van het klinisch beeld); CRP prikken is niet geïndiceerd.
Geef prednison 1x daags 40mg voor 5 dagen of 1x daags 30mg voor 7 dagen, afhankelijk van controle verlengen tot maximaal 14 dagen. (of dexamethason als prednison niet kan worden ingenomen).
Geef zuurstof therapie:
- Bij uitputting, cyanose en/of bewustzijnsdaling 6 liter / minuut zuurstof met masker geven, zo snel mogelijk afbouwen i.v.m. risico op hypercapnie. Streefwaarde 90-92%, en dan zuurstof afbouwen / minderen.
- Bij hypoxie bij saturatie <92% of daling van 3% t.o.v. normaalwaarde bij een patiënt die chronisch zuurstof gebruikt.
- Continue zuurstoftherapie bij chronisch respiratoir falen (d.w.z. pO2 < 8,0 kPa of 60 mmHg of SaO2 < 89% ). Zie ook START - criteria respiratorius
LET OP: Perifere saturatiemeting is minder betrouwbaar of soms onmogelijk bij een SpO2 < 80%, met name bij een donker gepigmenteerde huid, slechte doorbloeding door hypotensie of een koude omgeving, hartfalen of aritmie en ten slotte door nagellak, kunstnagels en vuil.
1 dd 30 mg gedurende 7 dagen, eventueel verlengen tot 14 dagen. Afbouwen stootkuur is niet nodig. Controle glucosespiegel nuchter en bij DM vaker glucosespiegels. Zie lab onderzoek. Denk aan maagbescherming bij gelijktijdig gebruik van acetysalicylzuur of een NSAID. Zie lab onderzoek (606)
8 mg i.m. (= 2 ampullen 4 mg/ml) dagelijks tot prednisolon kan worden ingenomen. Oraal is 1 mg dexamethason = 6,25 mg prednisolon.
3-4 dd 1 flacon (2,5 ml = 500 μg ipratropium + 2,5 mg salbutamol).
Maagbeschermer (bij corticosteroïden gebruik) Zie voor meer informatie en stappenplan peptische aandoeningen (090)
Dyspneu 2,5-5 mg 6dd i.m of s.c. Bij nierfunctiestoornis kan actieve metaboliet stapelen. Denk aan toevoegen Movicolon of lactulose (zie onder)!
Achtergrond informatie morfinegebruik bij dyspneu:
Onderzoek laat zien dat het gebruik van oraal of parenteraal morfine en codeïne een effect heeft op dyspnoe. Naar het effect van andere opioïden, zoals fentanyl, oxycodon en hydromorfon, is te weinig onderzoek verricht. Er kunnen geen uitspraken gedaan worden over de effectiviteit. Verneveling van morfine of furosemide is niet effectief.
Met morfine kan gestart worden wanneer luchtwegmedicatie (zoals luchtwegverwijders en corticosteroïden voorgeschreven in adequate doseringen) geen verlichting van de kortademigheid meer geeft en zo mogelijk comorbiditeit (bijv. hartfalen) als oorzaak van de kortademigheid is uitgesloten en/of behandeld.
De luchtwegmedicatie wordt daarbij gecontinueerd. Proportioneel toegediende opioïden geven geen versnelling van het overlijden bij mensen met ernstig COPD! Terughoudendheid bij het starten van morfine is dan ook niet nodig en leidt enkel tot een sterke verslechtering van de kwaliteit van leven door de ervaren ernstige kortademigheid. Er dient gelet te worden op eventuele bijwerkingen en deze behoren adequaat behandeld te worden.
1-2 dd 15-30 ml (dag 1-3 30 ml), werkzaam na 1-2 dagen. (Nadeel: het plakt en heeft geen voorkeur bij diabeten).
1 dd 1-2 sachets, werkzaam na 1-2 dagen. (Nadeel; veel patiënten vinden de oplossing vies smaken, dit kan voorkomen worden door de oplossing met siroop op smaak te brengen).
Toevoegen bij opiaten om obstipatie te voorkomen
Bron: Oncoline (niet meer beschikbaar)
Naslagwerk en bronvermelding:
LET OP! 2) Bij het geven van een kleine dosis morfine bijvoorbeeld 2,5 mg (=0,25 ml) via een venflon naaldje, blijft een substantiële hoeveelheid achter in de ruimte van de venflonnaald. Van de 0,25 ml blijft (alleen) bij de eerste gift 0,22 ml in de venflon achter en komt dus maar 0,03 ml (=0,3 mg) subcutaan. Dit is op te lossen door eerste gift altijd hoger te doseren (bijvoorbeeld 5 mg = 0,5 ml) er komt dan 0,28 ml (=2,8 mg) subcutaan.
LET OP! 1) Altijd voorschrijven in milliliters in Medimo! Zie hier de afspraken die we gemaakt hebben in de vakgroep (800).
Indien orale intake niet mogelijk is 1 dd 1000 mg i.m. gedurende 5 dagen, LET OP! altijd oplossen in 3,5 ml lidocaïne 1%, zodat een totaal oplossing van 3,8 ml wordt verkregen. Zonder lidocaïne is dit zeer pijnlijk. Diep intra-musculair in een grote spier toedienen. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon. Indien mogelijk, switch dan naar oraal; amoxicilline+calvulaanzuur.
Start 20-40 mg, na 6 weken 20 mg onderhoudsdosering. 20 mg bij profylaxe ulcus en erosies t.g.v. NSAID gebruik. Zie ook equivalent dosering
protonpompremmers (513). Kiezen als niet moet worden gemalen.