START - criteria


STOPP - criteria

STOPP A1 elk medicijn zonder een op bewijs gebaseerde klinische indicatie.

STOPP A2 elk medicijn dat langer dan de goed gedefinieerde aanbevolen duur wordt voorgeschreven.

STOPP A3 dubbelmedicatie (verschillende medicijnen uit dezelfde geneesmiddelgroep), bijvoorbeeld 2 vergelijkbare NSAID’s, SSRI’s, lisdiuretica, ACE-remmers of orale anticoagulantia.

STOPP B1 Digoxine bij hartfalen met normale systolische ventrikel functie (niet bewezen effectief en risico op verslechtering bij diastolisch hartfalen).

STOPP B2 Verapamil of diltiazem bij NYHA klasse III of IV hartfalen (kan hartfalen verergeren).

STOPP B3 Bètablokker in combinatie met verapamil of diltiazem (risico op een hartblok).

STOPP B4 Bètablokker bij bradycardie (< 50/min), een 2de graads AV blok of compleet AV-blok (risico op compleet hartblok, asystolie). NB Dosis verlagen of stoppen.










STOPP B5 Amiodaron als eerstelijns anti-aritmicum (hoog risico op bijwerkingen).

STOPP B6 Lisdiureticum als behandeling van hypertensie (niet geregistreerd voor deze indicatie en veiliger en doeltreffender alternatieven beschikbaar).

STOPP B7 Lisdiureticum bij enkeloedeem zonder klinisch, biochemisch of radiologisch bewijs van hartfalen, leverfalen, nefrotisch syndroom of nierinsufficiëntie (indien mogelijk elastische kousen en bewegen / been in hoogstand).

STOPP B8 Thiazidediureticum bij een actuele hypokaliëmie (serum Kalium < 3,0 mmol/L), hyponatriëmie (serum Natrium < 130 mmol/L ) hypercalciëmie (gecorrigeerd niet eiwitgebonden serumcalcium > 2,65 mmol/L) of met een voorgeschiedenis van jicht bij gelijktijdig gebruik van thiazidediureticum (hypokaliëmie, hyponatriëmie, hypercalciëmie en jicht kunnen uitgelokt worden door thiazidediureticum).

STOPP B9 Centraal werkende antihypertensiva (bv. methyldopa, clonidine, moxonidine), (centraal aangrijpende antihypertensiva worden slechter verdragen door ouderen).

STOPP B10 ACE-remmers of angiotensine II-antagonisten bij patiënten met hyperkaliëmie (serum Kalium ≥ 5,5 mmol/L).

STOPP B11 Aldosteron-antagonisten (bv. spironolacton, eplerenon) gelijktijdig met kaliumsparende geneesmiddelen (bv. ACE-remmers, angiotensine II-antagonisten, amiloride, triamtereen) zonder regelmatige kalium controle (risico op hyperkaliëmie - tenminste 6 maandelijkse controle van serum kalium).

STOPP B12 Fosfodiësterase- type 5- remmers (zoals sildenafil, tadalafil, vardenafil) bij ernstig hartfalen gekenmerkt door hypotensie (systolische bloeddruk < 90 mmHg) of in combinatie met nitraat gebruik voor angina pectoris (risico op cardiovasculaire collaps).

STOPP E1 Digoxine in een dosis > 0,125 mg/dag bij eGFR < 30 ml/min/1.73 m2 (verhoogd risico op toxiciteit).










START en STOPP criteria circulatorius

Guido van Laere 10-2021

pagina 030

index | tr.circulatorius | acuut coronair syndroom | stabiele angina pectoris | hypertensie | hypertensieve crisis | atriumfibrilleren | acuut hartfalen | chronisch hartfalen |

cardio vasculair risico management | hypercholesterolemie | CVA (neurologicus) | perifeer vaatlijden | oedeem vorming benen | START-STOPP criteria | antihypertensiva overzicht





LINKS

FTO

MEDIMO

APOTHEEK & LOGISTIEK

RICHTLIJNEN

LABORATORIUM

INDEX

verpleeghuisformularium

= werkvoorraad X

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

https://verpleeghuisformularium.nl

Versie 13-4-2024 (11.94)

G.T.R. Van Laere, arts

klik hier voor het geven van opmerkingen / aanvullingen