<5%

Laag/matig risico

5-9%

Hoog risico

NEE

Cardio Vasculair Risico Management (CVRM)


Elena Norman FTO 6-2025

Stroomschema risico inschatting voor hart- en vaatziekten

(schema 1; bepaal laag/matig, hoog of zeer hoog risico)

Doorgemaakte hart- of vaatziekte?


DM 2 of DM 1 bij patiënt > 40 jaar?


Ernstige orgaan schade?

Zeer hoog risico

Chronische nierschade * ?


Voer een risicoschatting uit met de

SCORE-tabel bij personen >40

en ≤ 80 jaar (bij patiënten met reumatoïde arthritis moet men het risicofactor vermenigvuldigen met 1,5)


Bron: NHG CVRM score-tabel


JA

NEE

JA

JA

JA

JA

JA

NEE

NEE

>10%

In dit stroomschema kan er onderzocht worden of er sprak is van een laag/matig risico, hoog risico of zeer hoog risico. Met het gevonden risico kan met in het volgende schema (schema 2) bepalen hoe de behandeling van het cardio-vasculair risico moet zijn.  Bron: NHG CVRM

NEE

NEE

NEE

CVRM_tabel.pdf

SCHEMA 1 (risico op HVZ inschatten)

Klik op de NHG score-tabel om deze in te zien

Hoog risico

Ernstige chronische nierschade * ?

Matige chronische nierschade * ?

Bloeddruk ≥ 180 mmHg

JA

NEE

Matig verhoogd risico

Zeer hoog risico

Zeer hoog risico

Zeer hoog risico

Hoog risico

Hoog risico

NEE

JA

Aangetoonde familiaire hypercholesterolemie

Hoog risico

JA

Ernstige chronische nierschade:


Matige chronische nierschade:



* De ACR-waarde bij nieren staat voor de Albumine/Creatinine Ratio.

Een verhoogde ACR wijst op albuminurie.

Er zijn drie categorieën ACR-waarde (mg/mmol).

Normaal

(A1) < 3

Geen albuminurie, normale nierfunctie

Matig verhoogd

(A2) 3-30

Mogelijke beginnende nierschade

Ernstig verhoogd

(A3) > 30

Aanzienlijke nierschade, actie is vereist.

Binnen het verpleeghuis is de ACR waarde in de meeste gevallen niet te bepalen, daarom een eGFR < 60 beschouwen als ernstige schade en een eGFR ≥ 60 beschouwen als geen nierschade.

Laag / matig risico

Hoog / zeer hoog risico

Met het gevonden risico in bovenstaande schema kan met in schema 2 bepalen hoe de behandeling van het cardio-vasculair risico moet zijn.

Dit schema is sterk vereenvoudigd voor gebruik binnen het verpleeghuis en afgeleid van het NHG schema. Indien er ook sprake is van hart en vaatziekten (HVZ) en/of diabetes zie dan ook schema 3

Bron: Richtlijnen en beleid NHG-Standaard CVRM

Behandeling van de bovenstaande risico inschatting (schema 2)

Start niet bij kwetsbare ouderen zonder HVZ

Indien haalbaar systolische bloeddruk < 130, zie hypertensie (012)

LDL streefwaarde < 1,8 mmol/l: Zie hypercholesterolemie (017)

Indien haalbaar systolische bloeddruk < 140, zie hypertensie (012)

LDL streefwaarde < 2,6 mmol/l: Zie hypercholesterolemie (017)

<70 jaar


>70 jaar


SCHEMA 2 (keuze van behandeling maken aan de hand van het risico)

Acetylsalicylzuur

1 dd 80 mg (Voor direct effect: oplaaddosis 240 mg). Denk aan maagbeschermer: indien ouder dan 80 jaar of bij risicofactoren en ouder dan 70 jaar. Zie hiervoor de pagina peptische aandoeningen (090)


Clopidogrel

1 dd 75 mg, o.a.bij intolerantie acetylsalicylzuur.

Losartan

1 dd 25-100 mg Alleen als alternatief bij kriebelhoest door ACE-Remmer. Zie lab onderzoek (603).

Werking: Blokkeren van de werking van angiotensine II. Daardoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.

Bijwerkingen: duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.

Lisinopril


1 dd 5-20 mg. Clcr 30-50 ml/min: aanvangsdosering max 5 mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Clcr 10-30 ml/min: aanvangsdosering max 2,5 mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Zie lab onderzoek (601).

Werking: Remt de werking van ACE, waardoor de omzetting van angiotensine I naar angiotensine II wordt verminderd. Hierdoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.

Belangrijke bijwerkingen: prikkelhoest, duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.

Metoprolol succinaat (retard)

Onderhoudsdosering 200 mg 1dd. Indien metoprolol uit de buffer, overbrug met 2 dd metoprololtartraat.

Werking: Remmen de werking van de bètareceptoren van het sympathische zenuwstelsel.

Bijwerkingen: benauwdheid en astma aanvallen (met name niet selectieve bétablokkers), koude handen en voeten, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, orthostatische hypotensie, misselijkheid, buikpijn, diarree, obstipatie en maskeren van sympathische verschijnselen van een hypoglykemie.

Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

Trombocytenaggregatieremmers



Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

Bèta-blokker



Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

ACE-remmer

Statine


Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

ARB (Angiotensine Receptor Blokker / Angiotensine-II-antagonist)



Medicamenteuze behandeling volgens het formularium

w

w

w

w

NHG standaard - Cardiovasculair risicomanagement

Cardiometabool - Informatie over patiënten met diabetes mellitus, obesitas, (hoog risico op) hart- en vaatziekten en/of nierschade of de combinatie van deze aandoeningen. Bevat veel zorgstandaarden en richtlijnen.

NHG - Praktische handleiding bij de NHG-Standaard CVRM (2019)

Formularium - Hypercholesterolemie (018)

Formularium - Richtlijn equivalent dosering statines (517)

Naslagwerk en bronvermelding:


Vermijdbare interacties bij voorschrijven:


*

2025-09-08 CVRM FTO.pptx PowerPoint-presentatie FTO

Bron: NHG cardiovasculair risicomanagement

Stappenplan voor patiënten met HVZ (schema 3)

Hypertensie + lipiden behandeling zoals in het bovenstaande schema (schema 2) passende bij het gevonden risico.

Start trombocyetenagregatieremmers; acetylsalicylzuur of clopidogrel, tenzij orale antistolling of bloedig CVA. Denk ook aan eventuele maagbeschermer!

Bij overgevoeligheid voor acetylsalicylzuur, start clopidogrel.


Coronaire ziekte, coronaire revascularisatie, hartinfarct , hartfalen en/of symptomatisch coronairlijden.

en / of

Indien patiënten als risicofactoren ook nog hart- en vaatziekten hebben, dan moet er naast de eventuele behandeling van hypertensie en afwijkende lipiden ook nog gekeken worden naar de volgende aandachtspunten van comorbiditeit(en) in onderstaand schema (schema 3) en zo nodig medicatie worden toegevoegd.

SCHEMA 3 (extra behandeling toevoegen als er al HVZ aanwezig zijn)

TIA of onbloedig CVA

Clopidogrel tenzij orale antistolling (NOAC of VKA)



pagina 017

index | tr.circulatorius | acuut coronair syndroom | stabiele angina pectoris | hypertensie | hypertensieve crisis | atriumfibrilleren | acuut hartfalen | chronisch hartfalen | hartfalen achtergrond info

cardio vasculair risico management | hypercholesterolemie | CVA (neurologicus) | perifeer vaatlijden | oedeem vorming benen | START-STOPP criteria | antihypertensiva overzicht





SPOED

FTO

MEDIMO

APOTHEEK & LOGISTIEK

RICHTLIJNEN

LABORATORIUM

INDEX

verpleeghuisformularium

= werkvoorraad X

https://verpleeghuisformularium.nl

klik hier voor het geven van opmerkingen / aanvullingen

w

Versie 7-11-2025 (versie 12.56)

G.T.R. van Laere, arts

I. van Soest, specialist ouderengeneeskunde