pagina 016

index | tr.circulatorius | acuut coronair syndroom | stabiele angina pectoris | hypertensie | hypertensieve crisis | atriumfibrilleren | acuut hartfalen | chronisch hartfalen |

cardio vasculair risico management | hypercholesterolemie | CVA (neurologicus) | perifeer vaatlijden | oedeem vorming benen | START-STOPP criteria | antihypertensiva overzicht




1 dd 25-100 mg. Alleen als alternatief bij kriebelhoest door ACE-Remmer. Zie lab onderzoek (603).

Werking: Blokkeren van de werking van angiotensine II. Daardoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.

Belangrijke bijwerkingen: duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.



1 dd 5-20 mg. Clcr 30-50 ml/min: aanvangsdosering max 5mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Clcr 10-30 ml/min: aanvangsdosering max 2,5 mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Zie lab onderzoek (601).

Werking: Remt de werking van ACE, waardoor de omzetting van angiotensine I naar angiotensine II wordt verminderd. Hierdoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.

Belangrijke bijwerkingen: prikkelhoest, duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.


Dosering + opmerkingen

ACE-remmer



Dosering + opmerkingen

ARB (Angiotensine Receptor Blokker / Angiotensine-II-antagonist)



Toevoeging van digoxine bij patiënten met atriumfibrilleren en ventrikelfrequentie in rust > 80/min. of bij inspanning > 110-120/min.

Toevoeging van digoxine bij patiënten met sinusritme die klachten houden.

Stap 3B

20-240 mg dd. Zie lab onderzoek (612).


0,5-1 mg dd. ‘s Ochtends, bij onvoldoende effect deze dosis iedere 6-8 uur herhalen. Bij nefrotisch syndroom dosis 2-5 mg, zn. iedere 6-8 uur herhalen.

Zie lab onderzoek (612).




1 dd 12,5-50 mg dd. Clcr 30-50 ml/min: aanvangsdosering 1 dd 12,5 mg, zo nodig verhogen op geleide van effect.

Bij een clcr <30 ml/min is dit middel gecontraindiceerd. Zie lab onderzoek (612).

Werking: Door de diuretica scheidt de patiënt meer natriumchloride en water uit door vermindering van terugresorptie in de nieren.

Belangrijke bijwerkingen: uitdroging, hypokaliëmie en jichtaanvallen (bij verhoging urinezuur).



Bij NYHA-klasse II; 25 mg 1 dd gedurende 2 weken. Bij NYHA-klasse III-IV 1e week 12,5 mg 1 dd. en 2e week 25 mg 1 dd. Daarna elke 2 weken dosis verdubbelen tot max 200mg 1 dd. Indien metoprolol uit de buffer, overbrug met 2 dd metoprololtartraat.

Werking: Remmen de werking van de bètareceptoren van het sympathische zenuwstelsel.

Bijwerkingen: benauwdheid en astma aanvallen (met name niet selectieve bétablokkers), koude handen en voeten, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, orthostatische hypotensie, misselijkheid, buikpijn, diarree, obstipatie en maskeren van sympathische verschijnselen van een hypoglykemie.

1 dd 12,5-50mg dd. Clcr 10-50 ml/min: kaliumspiegel + nierfunctie regelmatig controleren in week 1 en 2, daarna na 3 en 6 maanden en vervolgens ieder jaar. Clcr 10-30 ml/min: start met 50% van normale dosering. Zie lab onderzoek (625).

Dosering + opmerkingen

Diureticum



Dosering + opmerkingen

Diureticum



Dosering + opmerkingen

Bèta-blokker



NHG standaard - Cardiovasculair risicomanagement

Cardiometabool - Informatie over patiënten met diabetes mellitus, obesitas, (hoog risico op) hart- en vaatziekten en/of nierschade of de combinatie van deze aandoeningen. Bevat veel zorgstandaarden en richtlijnen.

NHG - Praktische handleiding bij de NHG-Standaard CVRM (2019)

Formularium - Hypercholesterolemie (018)

Formularium - Richtlijn equivalent dosering statines (517)

Naslagwerk en bronvermelding:


Vermijdbare interacties bij voorschrijven:


*

Onderhoud: 1 dd 0,0625-0,25mg. Zie lab onderzoek (616).

Bij verhoogd risico op toxiciteit (creat.>100 of MDRD <50, gewicht < 55 kg, ouder dan 70 jaar):

1e dag 3 dd 0,125 mg, daarna 1 dd 0,0625 mg-0,125 mg. Dit geld dus voor het merendeel van de populatie verpleeghuispatiënten!

Verhoogd risico op toxiciteit en hoogbejaard (>80 jaar): 1e dag 3 dd 0,125 mg, daarna 1 dd 0,0625 mg.

Indien geen verhoogd risico op toxiciteit, oplaaddosis: 1e dag 3 dd 0,25 mg, 2e dag 1 dd 0,25 mg.

Hoog de dosering digoxine geleidelijk op, op geleide van de ventrikelfrequentie.

Pas de digoxinedosis aan i.c.m. diltiazem 75% van digoxine dosering; i.c.m. verapamil 50% van digoxine dosering.

Digoxine alleen starten in overleg met een specialist ouderengeneeskunde.

 

Dosering + opmerkingen

Digoxine



2019-12-02 Hartfalen.pptx  FTO presentatie

2024-11-04 Hartfalen FTO.pptx  PowerPoint-presentatie FTO

Stap 2

Voeg aldosteronantagonist toe indien ondanks adequate instelling op ACE-remmer, diureticum en bètablokker ernstige klachten (NYHA-klasse III-IV) persisteren (geef angiotensine-II-antagonist als alternatief voor aldosteronantagonist).

Stap 3A

Stappenplan chronisch hartfalen


Sam Schoon FTO 12-2019


Losartan

Lisinopril


Geneesmiddelnaam

Geneesmiddelnaam

Stap 1

NYHA-Klasse I

NYHA-Klasse II

NYHA-Klasse III

NYHA-Klasse IV

Geen symptomen of beperking bij normale lichamelijke inspanning. Dus geen vermoeidheid, kortademigheid of pijn op de borst bij inspanning.


Milde symptomen en enige beperking bij normale lichamelijke inspanning. Geringe kortademigheid, vermoeidheid of pijn op de borst bij inspanning.


Belangrijke beperking in de dagelijkse activiteit door symptomen die zich al voordoen bij beperkte inspanning, zoals vermoeidheid en kortademigheid bij lopen van 20-100 meter. Alleen rust geeft comfort en in rust geen klachten.

Ernstige beperking in activiteit door symptomen die al in rust ontstaan. Bij zeer geringe inspanning nemen de klachten in ernst toe.



Bepaal NYHA-klasse indeling hartfalen


Geen behandeling

LABORATORIUMDIAGNOSTIEK

Een normaal ECG in combinatie met een normaal (NT-pro) BNP maakt de diagnose hartfalen zeer onwaarschijnlijk. De voor (NT-pro) BNP verschillen:

Chronisch hartfalen

Furosemide

Bumetanide

Hydrochloorthiazide

Metoprolol succinaat

Spironolacton

Geneesmiddelnaam

Geneesmiddelnaam

Geneesmiddelnaam

Denk aan hartfalen bij:


Anamnese

Klachten: verminderd inspanningsvermogen, kortademigheid, vermoeidheid, orthopneu, aanvalsgewijze nachtelijke dyspneu, perifeer oedeem, nycturie.


Uitlokkende factoren: angineuze klachten; palpitaties of syncope; gebruik van toxische stoffen (alcohol, cocaïne, cytostatica); gebruik van geneesmiddelen die kunnen leiden tot natrium- en vochtretentie (NSAID’s, corticosteroïden); schildklierfunctiestoornissen; anemie.


Voorgeschiedenis: cardiale problemen.

Risicofactoren voor hart- en vaatziekten: roken, hypertensie, diabetes mellitus type 2, overmatig alcoholgebruik, hypercholesterolemie, obesitas en chronische nierschade.



Lichamelijk onderzoek


Overweeg ook uitbreiding van het laboratoriumonderzoek:

Bron: NHG hartfalen

Digoxine

Geneesmiddelnaam

w

w


LINKS

FTO

MEDIMO

APOTHEEK & LOGISTIEK

RICHTLIJNEN

LABORATORIUM

INDEX

verpleeghuisformularium

= werkvoorraad X

https://verpleeghuisformularium.nl

Versie 25-04-2025 (versie 12.37)

G.T.R. Van Laere, arts

klik hier voor het geven van opmerkingen / aanvullingen

w