1/ ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
2/ toevoegen bèta-blokker
3/ toevoegen diureticum of calcium-antagonist
Stappenplan ongecompliceerde essentiële hypertensie
1/ thiazide-diureticum of calcium-antagonist
2/ toevoegen ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
3/ thiazidediureticum + calcium-antagonist +
ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
thiazide-diureticum, calcium-antagonist en/of
ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
Chronisch stabiel hartfalen
Chronische nierschade (met microalbuminerie) niet te onderzoeken in verpleeghuis
Stappenplan essentiële hypertensie met specifieke kenmerken of condities
1/ ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
2/ toevoegen diureticum
3/ toevoegen bèta-blokker
ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
1/ thiazide-diureticum
2/ toevoegen ACE-remmer (bij kriebelhoest ARB)
3/ toevoegen calcium-antagonist
Diabeter Melitus zonder microalbuminerie niet te onderzoeken in verpleeghuis
1/ calcium-antagonist of thiazide-diureticum
2/ calcium-antagonist én thiazide-diureticum
1 dd 12,5-50 mg. Clcr 30-50 ml/min: aanvangsdosering 1dd 12,5mg, zo nodig verhogen op geleide van effect. Bij een clcr <30 ml/min is dit middel gecontraindiceerd. Zie lab onderzoek (612).
Werking: Door de diuretica scheidt de patiënt meer natriumchloride en water uit door vermindering van terugresorptie in de nieren.
Belangrijke bijwerkingen: uitdroging, hypokaliëmie en jichtaanvallen (bij verhoging urinezuur).
1 dd 25-200 mg Metoprolol succinaat. Indien metoprolol tartaat uit de buffer, overbrug dan met 2 dd metoprololtartraat.
Metoprolol succinaat = langwerkend (retard vorm, 1x daags doseren); Metoprolol tartaat = kortwerkend (2x daags doseren).
Werking: Remmen de werking van de bètareceptoren van het sympathische zenuwstelsel.
Belangrijke bijwerkingen: benauwdheid en astma aanvallen (met name niet selectieve bétablokkers), koude handen en voeten, vermoeidheid, duizeligheid, hoofdpijn, orthostatische hypotensie, misselijkheid, buikpijn, diarree, obstipatie en maskeren van sympathische verschijnselen van een hypoglykemie.
1 dd 25-100 mg Alleen als alternatief bij kriebelhoest door ACE-Remmer. Zie lab onderzoek (603).
Werking: Blokkeren van de werking van angiotensine II. Daardoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.
Belangrijke bijwerkingen: duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.
1 dd 5-10 mg.
Werking: Calciumantagonisten verhinderen het transport van vrije calcium-ionen, waardoor spiercellen in de wand van de bloedvaten niet samentrekken en er vaatverwijding optreed.
Belangrijke bijwerkingen: hoofdpijn, duizeligheid, blozen, maag- darmklachten (niet gebruiken bij refluxziekten!) en oedeem.
1 dd 5-20 mg. Clcr 30-50 ml/min: aanvangsdosering max 5 mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Clcr 10-30 ml/min: aanvangsdosering max 2,5 mg per dag, op geleide van effect tot max. 40 mg/dag. Zie lab onderzoek (601) en zie dosering van medicatie bij nierfunctie stoornissen (559).
Werking: Remt de werking van ACE, waardoor de omzetting van angiotensine I naar angiotensine II wordt verminderd. Hierdoor minder vaatvernauwing en minder productie van aldosteron.
Belangrijke bijwerkingen: prikkelhoest, duizeligheid (orthostatische hypotensie), hoofdpijn, smaakstoornis, verminderde nierfunctie en verhoogde kaliumspiegel.
ARB (Angiotensine Receptor Blokker / Angiotensine-II-antagonist)
Naslagwerk en bronvermelding: