Naslagwerk en bronvermelding:
Voorlichting en advies
Eerstegraadsbrandwonden genezen zonder littekenvorming binnen enkele dagen. Lokale behandeling is niet zinvol.
Oppervlakkige tweedegraadsbrandwonden genezen binnen 2 weken en vaak zonder littekenvorming. Blaren hoeven niet doorgeprikt te worden. Adviseer open wonden af te dekken met verbandmiddelen en adviseer contact op te nemen bij ontstekingsverschijnselen of als de wond na 2 weken niet is genezen.
Bij diepe tweedegraadsbrandwonden duurt de genezing > 3 weken en ontstaan er vaak littekens. Adviseer de wond regelmatig te laten controleren.
Derdegraadsbrandwonden worden door de chirurg behandeld om de genezing met eventuele huidtransplantatie te bespoedigen en littekenvorming te beperken.
Wijs op het belang van pijnstilling. Zie hoofdstuk neurolgicus → nociceptief (136).
- 1e eerste graad brandwonden: Er zijn er geen blaren of wonden, alleen roodheid en pijn. Alleen de epidermis is beschadigd. De huid is soepel en er is een goede capillaire refill. De pijn verdwijnt binnen circa 3 dagen. Het geneest snel en zonder litteken vorming.
- 2e graad brandwonden: Er zijn partial thickness, dat wil zeggen dat er nog epitheelbronnen aanwezig zijn van waaruit de huid kan teruggroeien, in de diepe epidermale papillen, en/of in de haarfollikels. Er zijn vaak blaren.
- 2e graad brandwonden oppervlakkig (tot in de papillaire dermis): Deze zijn zeer pijnlijk. Deze genezen binnen 2-3 weken en laten meestal geen litteken achter.
- 2e graad brandwonden diep (tot in de reticulaire dermis): Zijn ook zeer pijnlijk en de genezing kan 3-8 weken duren en littekens achterlaten.
- 3e graad brandwonden (full-thickness): Hier zijn alle huidlagen verbrand. Het gebied is stijf en er is geen pijn omdat ook de zenuwen verbrand zijn. Chirurgisch ingrijpen is nodig.
- 4e graad brandwonden: Hier zijn diepere structuren ook verbrand zoals spieren, pezen of botten. Vaak is het weefsel zwartgeblakerd en niet meer te redden.
Bron: afbeelding en tekst Huidziekten.nl
Niet-medicamenteuze behandeling
Reinig de brandwond met lauwwarm stromend water (10-20 minuten van (15-30 °C) of natte gazen.
Laat blaren zo veel mogelijk intact (ook blaren op de handpalmen of voetzolen). Grote blaren die hinder geven, kunnen eventueel aan de rand worden doorgeprikt met een steriele naald. Verwijder in dit geval ook het blaardak om infectie te voorkomen.
- Eerstegraadsbrandwond: Bij een eerstegraadsverbranding (alleen erytheem) zijn een wondbedekker en controle niet nodig, tenzij er blaren ontstaan.
- Tweedegraadsbrandwond: Dek een oppervlakkige tweedegraadsbrandwond na inspectie af met een niet-verklevend vetgaas, zoals paraffinegaas. Bij een diepe tweedegraadsbrandwond met een langere genezingsduur dan een oppervlakkige tweedegraadsbrandwond kan na beoordeling na 24 tot 48 uur om praktische redenen en in verband met de gebruiksvriendelijkheid voor een gelvormend verband worden gekozen. Dit verband hoeft minder vaak verwisseld te worden en de verbandwissel is waarschijnlijk minder pijnlijk door het vochtig wondmilieu. Het gebruik van zilversulfadiazinecrème wordt afgeraden. Kies in dit geval, afhankelijk van de vochtigheid van de wond, de prijs en de regionale afspraken, voor een gelvormend verband, zoals siliconen verband, hydrocolloïd-, alginaat- of hydrofiberverband. Bij wonden die veel vocht produceren, kan bijvoorbeeld voor een schuim-, alginaat- of hydrofiberverband worden gekozen.
- Derdegraadsbrandwond: In principe altijd verwijzen naar chirurgie voor chirurgisch herstellen van de wond.
Bron: Federatie Medisch Specialisten Richtlijnendatabase "Zorg voor patiënten met brandwonden"
Verwijzingscriteria:
- Verbranding > 10% lichaamsoppervlak bij volwassenen.
- Derdegraads verbranding > 5% lichaamsoppervlak.
- Verbranding bij patiënten met preexistente aandoeningen, die de behandeling en de genezing kunnen beïnvloeden.
- Verbranding geassocieerd met een ander trauma of met inhalatieletsel.
- Verbranding ter plaatse van functionele gebieden (hand, voet, gelaat, hals, perineum, genitalia en grote gewrichten).
- Verbranding t.g.v. elektriciteit.
- Chemische verbranding.
- Circulaire verbranding aan romp of ledemaat (er kan een circulatiestoornis met ischemie ontstaan).
Bron: NHG-behandelrichtlijn “brandwonden”