FTO 09-2019


Urineweginfecties

Diagnostiek

Aspecifieke klachten en symptomen bij kwetsbare ouderen kunnen niet worden toegeschreven aan een urineweginfectie.

Overmatige of verminderde urineproductie en veranderingen in aspect van urine kunnen bij kwetsbare ouderen niet worden toegeschreven aan een urineweginfectie.

Alleen recente ontstane urineweg-gerelateerde klachten te weten dysurie, mictiedrang, frequente mictie, urine-incontinentie en (zichtbare) urethrale pusafscheiding, of pijn of gevoeligheid in de nierloge (flankpijn) kunnen wijzen op een urineweginfectie.

Een gerichte anamnese, eventueel aangevuld met een lichamelijk onderzoek, zijn bij kwetsbare ouderen noodzakelijk om vast te stellen of er sprake is van urineweg-gerelateerde klachten of symptomen. 

Een delier zonder lokaliserende ziekteverschijnselen mag slechts worden toegeschreven aan een urineweginfectie indien andere oorzaken zijn uitgesloten.

Een belangrijk probleem bij de diagnostiek van urineweginfecties bij kwetsbare ouderen is het veelvuldig voorkomen van asymptomatische bacteriurie (tot wel 50%) en leukocyturie (tot wel 45%). Als gevolg hiervan is er een hoge a priori kans op een positieve uitslag bij urineonderzoek door middel van bijvoorbeeld een urinestick. In combinatie met aspecifieke klachten en symptomen kan dit gemakkelijk leiden tot de diagnose urineweginfectie, waarna een antibioticum wordt voorgeschreven. Bij deze aspecifieke symptomen en verschijnselen moet gedacht worden aan gedragsveranderingen, zoals agitatie, verwardheid, agressie, verminderde alertheid of eenvoudig “anders dan anders”, maar ook aan veranderingen in inname van vocht en voeding, veranderingen in functionele status, duizeligheid, of algehele malaise. Daarnaast worden ook veranderingen in geur en kleur van de urine en in urineproductie (een toe- of afname) in de praktijk vaak in verband gebracht met een urineweginfectie.


De conclusies van deze Delphi-studie wijzen erop dat alleen recent ontstane urineweg-gerelateerde klachten, zoals dysurie, mictiedrang, frequente mictie, urine-incontinentie en (zichtbare) urethrale pusafscheiding en recent ontstane pijn of gevoeligheid in de nierloge (flankpijn) wijzen op een urineweginfectie.


Cystitis: Een urineweginfectie die zich beperkt tot het oppervlak van de blaasmucosa, zonder tekenen van weefselinvasie.

Tekenen van weefselinvasie: De aanwezigheid van systemische ziekteverschijnselen.



Behandeling niet medicamenteus:

Onderzoek:

Verenso-richtlijn: temp, tensie, pols en mate van ziek zijn, buikonderzoek, gynaecologisch onderzoek.

Mogelijke aanknopingspunten: urineretentie, flankpijn, balanitis, prostaatvergroting of prostatitis, obstipatie of fecale impactie, decensus of prolaps, vaginitis, cystocele en vaginale atrofie.

Urinekweek bacteriurie: bij tenminste 105 kolonievormende eenheden per milliliter (NHG).

Overbehandeling

In het algemeen wordt overbehandeling bij ouderen in de hand gewerkt door de volgende factoren:


De populatie waarop deze richtlijn zich richt is, gelet op de boven gegeven omschrijving, in zichzelf een populatie met een verhoogd risico op een gecompliceerd beloop en een vertraagd herstel van een urineweginfectie. Waar andere richtlijnen inzake urineweginfecties in classificatie en beleid onderscheid maken tussen patiënten met en patiënten zonder bijzondere risicofactoren (bijvoorbeeld diabetes, hoge leeftijd, neurologische blaasstoornis) is een dergelijk onderscheid binnen deze richtlijn derhalve niet meer relevant of onderscheidend.

Binnen de richtlijn urineweginfecties bij kwetsbare ouderen volgen we de volgende indeling:

* Cystitis (betreft uitsluitend vrouwen)

* Urineweginfectie met tekenen van weefselinvasie met als subgroepen:



Klinisch:

Bacteriële UWI: klinisch beeld + bacteriën in urine.

Specifiek klachten: dysurie, pollakisurie, strangurie, hematurie, pijn in (onder)buik

Definitie UWI Verenso: Algemene/mictie gerelateerde klachten, bacteriurie en tekenen van ontsteking (maak onderscheid met andere urologische oorzaken).

Verwekkers:

Vaak gramnegatieve enterobacteriën

Overig:

Algemeen:

Veelvoorkomende infectie in het verpleeghuis (50 per 100 patiënten per jaar).

Prevalentie bacteriurie bij ouderen; vrouwen 17-55% en mannen 15-35%.

In HA-praktijk bij <10% ontstaan UWI vanuit bacteriurie.

Achtergrondinformatie

Heeft patiënt ÉÉN OF MEER van de volgende symptomen?

koorts*, koude rillingen, duidelijk delier**

JA

Koorts: eenmalige tympane temperatuur >37,8°C of eenmalige rectale temperatuur >38,1°C of herhaalde tympane temperatuur >37,2 of herhaalde rectale temperatuur >37,5°C. NB: in geval van twijfle verdiend rectale temperatuur de voorkeur.

Delier: definitie volgens DSM-5.

Actief monitoren: monitoren van vitale functies, aandacht voor de vochthuishouding en herhaaldelijk lichamelijk onderzoek.

Bron: beslisboom VERENSO de beslisboom is een hulpmiddel, de arts blijft altijd zelf verantwoordelijk voor de keuze.

Heeft patiënt ≥ 1 van de volgende RECENT ONTSTANE urineweggerelateerde symptomen?

disurie, mictidrang, frequente mictie, urine-incontinentie, (zichtbare) urethrale pusafscheiding

Verdenking UWI bij de kwetsbare oudere ZONDER een verblijfskatheter

Heeft patiënt  ≥ 2 van de hiervoor genoemde urineweggerelateerde symptomen

OF

1 zeer hinderlijk urineweggerelateerd symptoom waarvoor geen andere verklaring kan worden gevonden?


SCHRIJF ANTIBIOTICA VOOR

(TENZIJ urine dipstick negatief is voor nitriet EN leukocyten)


Overweeg een urinekweek af te nemen om de empirische antibioticakeuze te evalueren

GEEN ANTIBIOTICA VOOR URINEWEGINFECTIE

Heeft de patiënt pijn/gevoeligheid in de nierloge (flankpijn) en/of suprapubische pijn?

Heeft de patiënt ÉÉN OF MEER van de volgend symptomen?

EN

Heeft patiënt RECENT ONTSTANE

urineweggerelateerde symptomen?

pijn/gevoeligheid in de nierloge (flankpijn)?

Heeft patiënt ÉÉN OF MEER van de volgende symptomen (ongeacht de uitslag van het urine onderzoek)?

JA

JA

JA

NEE

NEE

NEE

NEE

NEE

NEE

JA

JA

JA

Verdenking UWI bij de kwetsbare oudere MET een verblijfskatheter

BESLISBOOM urineweginfecties


Heeft de patiënt ÉÉN OF MEER van de volgende symptomen?

EN

SCHRIJF ANTIBIOTICA VOOR

Evalueer empirische antibioticakeuze aan de hand van de uitslag van de urinekweek.


Zie verder deze link naar pagina katheters (punt 4) voor verdere uitleg en advies.

JA

GEEN ANTIBIOTICA VOOR URINEWEGINFECTIE

JA

NEE

JA

*


**

***

Beslisschema voor urineweginfecties

Achtergrond informatie urineweginfecties

Behandeling urineweginfecties volgens formularium

Nitrofurantoïne


Retard vorm (= Furabid) 2 dd100 mg gedurende 5 dagen of in drankvorm; 4 dd 50mg. Clcr < 40ml/min : niet toedienen. Zie ook advies bij voorschrijven.

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Fosfomycine


Oraal: eenmalig 3g. De inhoud van het zakje oplossen in een glas water en direct op een lege maag (2-3 uur na de maaltijd) innemen, bij voorkeur voor het naar bed gaan en na de blaas te hebben geledigd, tenzij incontinent (dan kan het op elk moment worden gegeven).

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Trimetoprim

1 dd 300 mg ’s avonds gedurende 3 dagen, bij voorkeur voor de nacht, tenzij incontinent. Mag niet worden gemalen en er is geen drankvorm.

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Ciprofloxacine

2 dd 500mg gedurende 3 dagen. Clcr 10-30ml/min: 1 dd 500mg.

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

3e keus


klik hier bij voorschrijven

Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

4e keus


Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

2e keus


Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

1e keus

Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Profylaxe bij recidiverende uwi:



Nitrofurantoine


1 dd 50mg gedurende 12 maanden en dan opnieuw behandeling heroverwegen. Clcr < 60ml/min: niet toedienen. Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Estriol (Synapauze E3™)

1 dd 0,5mg ovule of tablet 1-2mg gedurende 2 weken. Daarna 2 x per week gedurende 4-12 weken. Alleen wanneer ovule niet mogelijk is: 1-2mg 1dd. Bij aanvang en onderhoud laagst effectieve dosis, zo kort mogelijk. Zie ook START criteria (130) en het hoofdstuk vaginale klachten (127).

Beleid:

Opsporen en behandelen van oorzakelijke factoren



Cranberry

2 dd 1 capsule 500mg (niet evidence based).

Ciprofloxacine

2 dd 500mg gedurende 7-10 dagen voor vrouwen en minimaal 14 dagen voor mannen. Clcr 10-30ml/min: 1 dd 500mg.

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Cotrimoxazol

2 dd 960mg gedurende 10 dagen, Clcr 15-30ml/min: dosering halveren, Clcr < 15ml/min: niet toedienen.

Niet in combinatie met coumarines en methotrexaat gebruiken.


Amoxicilline + Clavulaanzuur

3 dd 625mg, 7 dagen. Veel resistentie, daarom alleen geven na een urine kweek met resistentie bepaling.

Versterkt de werking van acenocoumarol of fenprocoumon.

Profylaxe medicatie

Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

1e keus

2e keus


Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

2e keus


Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

Geneesmiddelnaam

Dosering + opmerkingen

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

Begrippen:

Verenso richtlijnen - Urineweginfecties bij kwetsbare ouderen

NHG standaard - Urineweginfecties


Naslagwerk en bronvermelding:


*

Behandeling medicamenteus bij verpleeghuis populatie MET weefsel invasie: Bij vrouwen met koorts of algeheel ziek zijn en altijd bij mannen i.v.m. een grotere kans op prostatitis.

Behandeling medicamenteus bij verpleeghuis populatie ZONDER weefsel invasie: Bij vrouwen zonder koorts of algeheel ziek zijn.

2019-09-09 UWI.pptx PowerPoint-presentatie

pagina 120

index | tr.urogenitalis | urineweg infecties | mictieklachten bij mannen | BPH | urge incontinentie | acute blaasretentie | incontinentie bij vrouwen | vaginale klachten | blaaskatheters |

phimosis (huid/wond) | START-STOPP criteria

Onderzoek bij het wisselen van een katheter bij een urineweginfectie Babich, T., Zusman, O., Elbaz, M., Ben-Zvi, H., Paul, M., Leibovici, L. and Avni, T. (2018), Replacement of Urinary Catheter for Urinary Tract Infections: A Prospective Observational Study. J Am Geriatr Soc, 66: 1779-1784.



LINKS

FTO

MEDIMO

APOTHEEK & LOGISTIEK

RICHTLIJNEN

LABORATORIUM

INDEX

verpleeghuisformularium

= werkvoorraad X

Deze medicatie zit in de werkvoorraad

w

https://verpleeghuisformularium.nl

Versie 22-4-2024 (11.96)

G.T.R. Van Laere, arts

klik hier voor het geven van opmerkingen / aanvullingen